autocrossen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: autocrossen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- au·to·cros·sen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto zn en crossen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
autocrossen |
autocroste |
geautocrost |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
autocrossen
- inergatief (sport) met een auto crossen, aan autocross meedoen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
de autocrossen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord autocross
Gangbaarheid
- Het woord autocrossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.