attribueren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: attribueren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- at·tri·bu·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse attribuer of daarvoor van het Latijnse 'attribuere (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
attribueren |
attribueerde |
geattribueerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
attribueren
- overgankelijk iets ~ aan aan iets toeschrijven, toekennen
- Daaraan kan dat niet geattribueerd worden.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord attribueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.