attesteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: attesteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- at·tes·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
attesteren |
attesteerde
- enkelvoud verleden tijd van attesteren
- Ik attesteerde.
- Jij attesteerde.
- Hij, zij, het attesteerde.
- Ik attesteerde.