assegaai
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- as·se·gaai
Woordherkomst en -opbouw
- via Portugees azagaia van Berbers Arabisch زَغَايَة zn (zagaya) "speer", in de betekenis van ‘houten werpspies’ aangetroffen vanaf 1598 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | assegaai | assegaaien |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- houten werpspies bij Afrikaanse volksstammen
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord assegaai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "assegaai" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.