Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·per·ges

Zelfstandig naamwoord

de aspergesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord asperge


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
asperger

asperges

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van asperger