asielzoekerswoning
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- asiel·zoe·kers·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van asielzoeker zn en woning zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | asielzoekerswoning | asielzoekerswoningen |
verkleinwoord | asielzoekerswoninkje | asielzoekerswoninkjes |
Zelfstandig naamwoord
de asielzoekerswoning v
- huis waarin men asielzoekers kan huisvesten
Gangbaarheid
- Het woord 'asielzoekerswoning' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.