aron
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aron
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aron | aronot |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) ark in de synagoge (kast voor de Torarollen)
- (Jiddisch-Hebreeuws) doodskist
Gangbaarheid
- Het woord 'aron' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.