Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·me·re

Bijvoeglijk naamwoord

armere

  1. verbogen vorm van de vergrotende trap van arm


Noors

Woordafbreking
  • ar·me·re

Bijvoeglijk naamwoord

armere, m / v / o / mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm van de vergrotende trap van arm