Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·che·ty·pe
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord archetype archetypen, archetypes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het archetypeo

  1. oermodel dat ten grondslag ligt aan latere varianten
  2. (psychologie) (volgens Jung)   overgeërfd, onbewust idee of beeld in het collectief onbewuste van de mensheid
Vertalingen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Woordafbreking
  • ar·che·ty·pe

Zelfstandig naamwoord

archetype

  1. archetype; oermodel dat ten grondslag ligt aan latere varianten.