arcade

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  arcade    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ar·ca·de

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘boogstelling’ voor het eerst aangetroffen in 1618
• uit het Frans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	arcade	arcaden arcades
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de arcade v

1. (bouwkunde) op twee kolommen rustende boog

Verwante begrippen

• zuilengang, galerij

Afgeleide begrippen

• arcadeboog, arcadegame, arcadehal, arcaderij, arcadeschrift

Vertalingen

    1.   

Spaans: arco (es) m, arcada (es) v

Gangbaarheid

• Het woord arcade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "arcade" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.