Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·be kan·fes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het arbe kanfeso

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) vierhoekig gebedskleed dat om de schouders wordt geslagen met aan de vier hoeken gedenkkwasten (zie Num. 15:37-39 en Deut. 22:12)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen