Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ap·pli·queer·den

Werkwoord

vervoeging van
appliqueren

appliqueerden

  1. meervoud verleden tijd van appliqueren
    • Wij appliqueerden. 
    • Jullie appliqueerden. 
    • Zij appliqueerden. 

Gangbaarheid