antedateerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·te·da·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
antedateren |
antedateerde
- enkelvoud verleden tijd van antedateren
- Ik antedateerde.
- Jij antedateerde.
- Hij, zij, het antedateerde.
- Ik antedateerde.
vervoeging van |
---|
antedateren |
antedateerde