ansjovissen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ansjovissen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- an·sjo·vis·sen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ansjovissen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ansjovissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ansjovis
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Engraulidae van straalvinnige vissen uit de orde van haringachtigen (Clupeiformes ). De bek van deze zilverkleurige roofvissen is voorzien van tanden. Ze voeden zich voornamelijk met vissen. De kleinste soorten zijn gewoonlijk 10 tot 15 cm, terwijl sommige 30 cm lang kunnen worden
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] ansjovis, Australische ansjovis, Japanse ansjovis, Noord-Amerikaanse ansjovis, Peruaanse ansjovis
Afgeleide begrippen
- ansjovis-pasta, ansjovisanker, ansjovisbeignet, ansjovisbladerdeeg, ansjovisbladerdeegpasteitje, ansjovisboter, ansjovisfilet, ansjovispasta, ansjovispastei, ansjovissaus, ansjovistaartje, ansjovisvangst, ansjovisvisser
Gangbaarheid
- Het woord ansjovissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.