ansichtkaarten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·sicht·kaar·ten
Zelfstandig naamwoord
de ansichtkaarten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ansichtkaart
- ▸ Chantal zag dat er naast een stapeltje ansichtkaarten twee rode polsbandjes in het tasje lagen.[1]