Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·sø·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Deense werkwoord søge met het voorvoegsel an-
Naar frequentie 22306
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afsøge
afsøger
afsøgte
afsøgte
volledig

Werkwoord

ansøge

  1. (formeel) aanvragen, aanzoeken, bidden, rekwestreren, smeken, uitnodigen, verzoeken, vragen
Verwante begrippen

Verwijzingen