Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·kel·knu·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Noorse woorden ankel en knute
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ankelknute     ankelknuten     ankelknuter     ankelknutene  
genitief   ankelknutes     ankelknutens     ankelknuters     ankelknutenes  

Zelfstandig naamwoord

ankelknute, m

  1. (anatomie) een knobbel aan de binnenzijde van het been
  2. (anatomie) een knobbel aan de buitenzijde van het been
Synoniemen
Typische woordcombinaties
  • [1]: indre ankelknute
een knobbel aan de binnenzijde van het been
  • [2]: ytre ankelknute
een knobbel aan de buitenzijde van het been