angrer
Deens
Woordafbreking
- ang·rer
Naar frequentie | 14506 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van angret
angrer, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van angret
Werkwoord
angrer
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van angre
Noors
Woordafbreking
- ang·rer
Naar frequentie | 3323 |
---|
Werkwoord
angrer
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van angre
Zelfstandig naamwoord
angrer, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van anger