angetrieben
Duits
Uitspraak
- Geluid: angetrieben (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanɡəˌtʀiːbn̩ /
Woordafbreking
- be·nütz·te
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
angetrieben
- voltooid (verleden) deelwoord van antreiben
Werkwoord
werden angetrieben
- eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben
werden angetrieben
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben
werden angetrieben
- eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben
angetrieben werden
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben
Werkwoord
werden angetrieben gewesen sein
- eerste persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)
werden angetrieben gewesen sein
- derde persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)
werden angetrieben gewesen sein
- eerste persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)
werden angetrieben gewesen sein
- derde persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)
Werkwoord
werden angetrieben haben
- eerste persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van antreiben (Futur II)
werden angetrieben haben
- derde persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van antreiben (Futur II)
werden angetrieben haben
- eerste persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van antreiben (Futur II)
werden angetrieben haben
- derde persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van antreiben (Futur II)
Werkwoord
werden angetrieben sein
- eerste persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)
werden angetrieben sein
- derde persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)
werden angetrieben sein
- eerste persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)
werden angetrieben sein
- derde persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)
Werkwoord
werden angetrieben werden
- eerste persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)
werden angetrieben werden
- derde persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)
werden angetrieben werden
- eerste persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)
werden angetrieben werden
- derde persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)
Werkwoord
werden angetrieben worden sein
- eerste persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)
werden angetrieben worden sein
- derde persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)
werden angetrieben worden sein
- eerste persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)
werden angetrieben worden sein
- derde persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)