Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • am·pik·ke·la·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ampikkelateur ampikkelateurs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

  1. (beroep) iemand die met een prikstok (zwerf)afval opruimt
     Voor wie het woord niet kent: een ampikkelateur is iemand die dag in dag uit met een grijpstok en een prikker langs ’s heren wegen gaat om andermans rotzooi op te ruimen.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Theanne Boer
    “Laten we ampikkelateur worden” (18 maart 2016) op nd.nl