ammoniak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- am·mo·ni·ak
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verbinding van stikstof en waterstof’ voor het eerst aangetroffen in 1562 [1]
- uit het klassieke Latijn ammoniacum[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ammoniak | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ammoniak m
- (scheikunde) een chemische verbinding van stikstof en waterstof met samenstelling NH3
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een chemische verbinding van stikstof en waterstof
Gangbaarheid
- Het woord ammoniak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ammoniak" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "ammoniak" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ammoniak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be