ambulancevervoer

Nederlands

ambulancevervoer

Uitspraak

• Geluid:  ambulancevervoer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• am·bu·lan·ce·ver·voer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  ambulance zn  en  vervoer zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ambulancevervoer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ambulancevervoer o

1. het vervoer van zieken met behulp van een ziekenwagen; de instantie die het vervoer van zieken met behulp van ziekenwagens regelt

   ▸ Wie komend wintersportseizoen op de piste een been breekt of ander letsel oploopt, zal voortaan met een gewone lijnvlucht, regulier ambulancevervoer of een taxi naar huis worden gebracht. "De Nederlanders komen dus echt wel terug", aldus Van der Meulen.

   ▸ Het ambulancevervoer door de lucht van en naar de Waddeneilanden komt in handen van de ANWB. De bond heeft de aanbesteding gewonnen en een concessie gekregen voor de komende vijf jaar.

Gangbaarheid

• Het woord ambulancevervoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.