ambachtelijkheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- am·bach·te·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van ambachtelijk met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ambachtelijkheid | ambachtelijkheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ambachtelijkheid v
- de kennis en kunde die iemand heeft om iets te kunnen maken
- ▸ De jury schrijft dat is gekozen voor het boek van 't Hart omdat "dat een grote kennis met aanstekelijk schrijfplezier en een grote ambachtelijkheid weet te verenigen met een ongeëvenaarde stijl, een boek dat de lezer voortdurend aanspoort om dóór te lezen". Ook kozen de juryleden voor De moeder van Ikabod wegens de "kleurrijke personages" en "onmiskenbare kwaliteit".[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ambachtelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Maarten 't Hart wint Biesheuvelprijs voor beste verhalenbundel” (Zondag 19 februari 2017, 17:22), NOS