Nederlands

 
Lagonosticta senegala   (vuurvinkje  )
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ama·ran·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord amaranten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de amarantenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord amarant
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) een geslacht Lagonosticta   van zangvogels uit de familie prachtvinken (Estrildidae  )
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be