alwetendheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·we·tend·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alwetendheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de alwetendheid v
- (filosofie) het alwetend zijn
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord alwetendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.