Nederlands

 
altaarstuk
Uitspraak
Woordafbreking
  • al·taar·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord altaarstuk altaarstukken
verkleinwoord altaarstukje altaarstukjes

Zelfstandig naamwoord

het altaarstuko

  1. (schilderkunst) (religie) een kunstwerk dat op het altaar wordt geplaatst
     Daar hing een altaarstuk, Jezus die naar boven zweeft in een lichtschijnsel dat van beneden naar hem toe straalt.[2]
     De aanbidding van het Lam Gods is een vijftiende-eeuws altaarstuk van de gebroeders Jan en Hubert van Eyck dat speciaal voor de Sint-Baafskathedraal in Gent werd gemaakt. Het wordt als hun meesterwerk beschouwd.[3]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)
    “Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832
  3.   Weblink bron “Andere ogen, oren en snuit voor Lam Gods van gebroeders Van Eyck” (19-06-2018), NOS