Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • al·pen·bij·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alpenbijvlieg alpenbijvliegen
verkleinwoord alpenbijvliegje alpenbijvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de alpenbijvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) Eristalis alpina   een vliegensoort uit de familie van de zweefvliegen (Syrphidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1798 door Panzer. De alpenbijvlieg is in 1969 voor het laatst in Nederland waargenomen en is waarschijnlijk al geruime tijd uit Nederland verdwenen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie