alomtegenwoordigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·om·te·gen·woor·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van alomtegenwoordig met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alomtegenwoordigheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de alomtegenwoordigheid v
- (filosofie) de eigenschap om overal tegelijkertijd aanwezig te zijn
Synoniemen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord alomtegenwoordigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.