allerlaatst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: allerlaatst (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɑlərlatst/
Woordafbreking
- al·ler·laatst
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende samenstelling van aller en laatst bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | allerlaatst |
verbogen | allerlaatste |
Bijvoeglijk naamwoord
allerlaatst [1]
- later dan al het andere (alle anderen)
Gangbaarheid
- Het woord allerlaatst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "allerlaatst" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be