Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·ky·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
alkyleren
alkyleerde
gealkyleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

alkyleren

  1. overgankelijk, (scheikunde) een waterstofatoom door een alkylgroep vervangen
    • Hij moest C3- en C4-fracties alkyleren tot hogerkokende en vertakte koolwaterstoffen. 
Vertalingen

Gangbaarheid