Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·fa·deel·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord alfadeeltje alfadeeltjes

Zelfstandig naamwoord

het alfadeeltjeo dim. tant.

  1. (natuurkunde) een positief deeltje dat voorkomt in de radioactieve straling die geproduceerd wordt door sommige radionucleïden
    • Een alfadeeltje is een 42He-kern die met grote snelheid door een atoomkern uitgestoten wordt. 

Meer informatie

Gangbaarheid