alarmisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- alar·mis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alarmisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het alarmisme o
- (politiek) het veroorzaken van onrust door alarm te slaan, vaak met een politiek doel
Gangbaarheid
- Het woord alarmisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.