akoniet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ako·niet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | akoniet | akonieten |
verkleinwoord | akonietje | akonietjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) benaming voor planten uit het geslacht Aconitum
Schrijfwijzen
- akonijt (verouderd)
Synoniemen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | akoniet | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het akoniet o
- gif dat uit de monnikskap, planten uit het geslacht Aconitum, wordt gewonnen
Gangbaarheid
- Het woord akoniet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "akoniet" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ akoniet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Zelfstandig naamwoord
akoniet