agrotoerisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- agro·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agrotoerisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het agrotoerisme o
- (landbouw) (onderwijs) toerisme naar agrarische gebieden met t.b.v. educatieve doeleinden opengestelde landbouwbedrijven
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord agrotoerisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.