Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ago·nist
Woordherkomst en -opbouw
  • mogelijk afgeleid van het Griekse 'agein' (voeren, leiden) met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord agonist agonisten
verkleinwoord agonistje agonistjes

Zelfstandig naamwoord

agonist

  1. (medisch) spier die zelfstandig werkt
  2. (medisch) werkzame stof in een geneesmiddel die de werking van een signaalstof versterkt
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid