agioteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: agioteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- agio·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
agioteren |
agioteerde
- enkelvoud verleden tijd van agioteren
- Ik agioteerde.
- Jij agioteerde.
- Hij, zij, het agioteerde.
- Ik agioteerde.