Deens

Woordafbreking
  • ag·gres·sivt

Bijvoeglijk naamwoord

aggressivt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van aggressiv


Noors

Woordafbreking
  • ag·gres·sivt

Bijvoeglijk naamwoord

aggressivt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van aggressiv


Nynorsk

Woordafbreking
  • ag·gres·sivt

Bijvoeglijk naamwoord

aggressivt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van aggressiv