afwippen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·wip·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en wippen ww
Werkwoord
afwippen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afwippen |
wipte af |
afgewipt |
zwak -t | volledig |
- met een sprongetje ergens vanaf gaan
Gangbaarheid
- Het woord 'afwippen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afwippen" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be