Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • a·fue·ra

Bijwoord

afuera

  1. buiten

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
aforar

afuera

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aforar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aforar