Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·stands·angst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afstandsangst
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de afstandsangstm

  1. (verkeer) de angst dat men zijn bestemming met een elektrische auto niet kan halen omdat de accu leeg raakt en er geen laadstations beschikbaar zijn

Gangbaarheid