afgrijslijkheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·grijs·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van afgrijslijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afgrijslijkheid | afgrijslijkheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de afgrijslijkheid v
- iets dat afschuw opwekt
- het opwekken van afschuw
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord afgrijslijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.