Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ge·we·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: afwijzen…
verbogen vorm: afgewezene

afgewezen

  1. voltooid deelwoord van afwijzen
     Hoewel Denise aandrong om mee te gaan, had ze dit resoluut afgewezen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen