Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ge·vraagd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: afvragen…
verbogen vorm: afgevraagde

afgevraagd

  1. voltooid deelwoord van afvragen
     Gedurende de rit naar huis had zij zich afgevraagd waarom Dorien zich opeens aan regels hield die zij niet zelf had opgesteld.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen