afgebakend

Nederlands

afgebakend deel van het luchtruim dat de verantwoordelijkheid is van de Nederlandse luchtmacht

Uitspraak

• Geluid:  afgebakend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·ge·ba·kend

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van afbakenen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van  af bw  en  gebakend ww 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	afgebakend	afgebakender	afgebakendst
verbogen	afgebakende	afgebakendere	afgebakendste
partitief	afgebakends	afgebakenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

afgebakend

1. van iets dat het duidelijke grenzen heeft

   • Op basis daarvan werd een gebied afgebakend waarin het wrak zich moest bevinden en nadat er toestemming was gegeven door het Colombiaanse ministerie van cultuur, kon de zoektocht beginnen.  
   • Dus de donorwet was geen referendum waard?: ,,Dat moet u me niet in de mond leggen! Maar we hebben het er al zoveel over gehad. Veel mensen willen dit nieuwe systeem gewoon. Al hoorde ik ook geluiden dat het een helder en Dus de donorwet was geen referendum waard? onderwerp zou zijn om een referendum over te houden. Dat komt er nu dus niet.”  
   • Mij is meer dan eens gevraagd of ik in een relatie het mannetje of het vrouwtje ben. Dit is een typisch voorbeeld van die heteronorm, waarbinnen de relatie tussen een man en vrouw als natuurlijk en volstrekt vanzelfsprekend wordt gezien. Die norm is zó hardnekkig, dat mensen die ook op LHBT+’ers projecteren, om ze in een duidelijk, afgebakend hokje te kunnen plaatsen.  

Synoniemen

• exact, nauwkeurig, precies, scherpomlijnd

Antoniemen

diffuus

Vertalingen

    1.   

Engels: delimited (en), defined (en)

Werkwoord

vervoeging van:	afbakenen…
verbogen vorm:	afgebakende

afgebakend

1. voltooid deelwoord van afbakenen

Gangbaarheid

• Het woord afgebakend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.