Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·fixo·i·de
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van affix met het achtervoegsel -oïde (affixachtig)
enkelvoud meervoud
naamwoord affixoïde affixoïden
affixoïdes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de affixoïdev

  1. (taalkunde) woord dat zelfstandig voorkomt, maar dat samenstellingen vormt waarin de oorspronkelijke betekenis plaats heeft gemaakt voor het louter versterken van het andere deel
    Zie ook deze uitleg.

Gangbaarheid