affabeler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·fa·be·ler
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
affabeler
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van affabel
Gangbaarheid
- Het woord 'affabeler' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.