Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·vies·func·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adviesfunctie adviesfuncties
verkleinwoord adviesfunctietje adviesfunctietjes

Zelfstandig naamwoord

de adviesfunctiev

  1. taak als raadgever
     Informatie over de wijziging was Delta Lloyds financieel topman Emiel Roozen ter ore gekomen bij het Verbond van Verzekeraars, de brancheorganisatie waar Roozen een adviesfunctie vervulde.[1]
     Begin 2015 constateerde de Onderzoeksraad voor de Veiligheid dat de dienst tekortschoot in zijn toezicht op de gaswinning in Nederland én in zijn adviesfunctie: wel of niet de gaskraan dicht als remedie tegen aardbevingen in Groningen, bijvoorbeeld.[2]
Schrijfwijzen
  • adviesfunktie (toegelaten in officiële spelling van 1955 tot 1996)

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Camil Driessen
    “Tikje van tuchtcommissie voor voormalig 'Mister Delta Lloyd’” (17 juli 2019) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Jos Verlaan
    “‘Inspectiediensten moeten onafhankelijker’” (13 januari 2016) op nrc.nl