adventskalenders
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ad·vents·ka·len·ders
Zelfstandig naamwoord
de adventskalenders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord adventskalender
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- ad·vents·ka·len·ders
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
Zelfstandig naamwoord
adventskalenders
- genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van adventskalender