adreslabel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: adreslabel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- adres·la·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van adres zn en label zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adreslabel | adreslabels |
verkleinwoord | adreslabeltje | adreslabeltjes |
Zelfstandig naamwoord
- kaart of plakkee waarop plaats, straat, postcode en huisnummer staan vermeld
- ▸ Alleen een los en vervaagd adreslabel in een vuilniszak vindt de Raad van State niet voldoende om een inwoner van Deventer een afvalzakboete van 91 euro op te leggen.[1]
- ▸ Het gaat om inwoners die zich om verschillende redenen verzetten tegen de sanctie, die ze kregen omdat ze een zak met restafval naast de container hebben gezet. Ze zijn betrapt door toezichthouders, de gemeente, door een camera of door de vondst van adresgegevens in de zak en hebben daarvoor een boete in de bus gekregen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'adreslabel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Jan van Ommeren“Deventenaar vecht afvalboete van 91 euro aan bij hoogste rechter en krijgt gelijk” (20-05-2020), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Tevergeefs bezwaar: boete van 102 euro voor Hengeloërs” (09-02-2021), Tubantia