Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·ju·vans
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord adjuvans adjuvansen
adjuvantia
verkleinwoord adjuvansje adjuvansjes

Zelfstandig naamwoord

het adjuvanso

  1. (medisch) toevoegsel, Een materiaal dat, bij toevoeging aan een medicijn of een ander middel, de werking ervan bevordert of anderszins op een voorspelbare manier beïnvloedt
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen